Leesvaardig dankzij het leeswiel (VO)
De noodklok werd onlangs wederom geluid. De leesvaardigheid van onze leerlingen in Nederland daalt steeds verder. Het PISA-onderzoek onder 15-...
Elke dag zie je jouw leerlingen groeien. Bij Dia begrijpen we hoe waardevol het is om helder inzicht te hebben in hun ontwikkeling. Samen met onze toetsen en ons oefenmateriaal kan jij je focussen op wat echt telt: het richting geven aan de ontwikkeling van je leerlingen.
Onderwijs draait niet om resultaten en cijfers, maar om groei. Samen met onze toetsen en ons oefenmateriaal kan jij je focussen op wat echt telt: het richting geven aan de ontwikkeling van je leerlingen.
Ouders, verzorgers en leerlingen bieden we de zekerheid van betrouwbare middelen die hun kind centraal stellen en niet hun prestaties. Toetsen en oefenmateriaal zijn er niet om af te rekenen, maar om te helpen richting te geven aan een gezonde, positieve ontwikkeling van hun kind.
Bij Dia Academie ondersteunen onze Dia-adviseurs jouw school met verschillende trainingen. Of je nu net start met het Dia leerlingvolgsysteem (LVS) of al verder gevorderd bent, wij bieden een passend aanbod aan trainingen. Zo kun jij optimaal gebruikmaken van onze toetsen en tools.
Altijd op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Wij organiseren regelmatig webinars voor onderwijsprofessionals in het basis- en voortgezet onderwijs. Tijdens de webinars delen onze experts praktische tips, waardevolle inzichten en de nieuwste ontwikkelingen van onze producten.
Wij zijn ontwikkelaar en uitgever van het adaptieve Dia leerlingvolgsysteem, formatieve toetsen en methodeonafhankelijk oefenmateriaal.
Bij Dia werken we met zo’n 40 enthousiaste collega’s aan het richting geven aan groei van leerlingen.
Je vindt hier antwoorden op veelgestelde vragen van scholen over de producten en diensten van Dia.
4 min read
Charlotte de Boer : Jan 28, 2025 2:52:03 PM
Tijdens mijn studie Taalwetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen kregen we de opdracht om zeven weken lang onbekende woorden te verzamelen die we tegenkwamen. Het resultaat? Iedereen had na die periode een unieke lijst met opvallende, grappige of ouderwetse woorden. Enkele voorbeelden uit mijn groep waren plastictariër (iemand die geen producten in plastic koopt, hoewel het eerder klinkt als een plasticeter), zwatelen (zinloos praten), boreling (pasgeboren baby) en blokkeerfries (toen zelfs uitgeroepen tot Van Dale Woord van het Jaar).
De Nederlandse taal zit vol met mooie, gekke, bijzondere en grappige woorden. Daarnaast komen er ook nog eens dagelijks nieuwe woorden bij. In dit artikel ga ik dieper in op de omvang van de Nederlandse woordenschat, de factoren die invloed hebben op hoeveel woorden we kennen en hoe we deze kennis kunnen uitbreiden .
Hoeveel woorden hebben we?
Het Nederlands kent een onbeperkt aantal woorden. Dat komt doordat we eindeloos nieuwe samenstellingen en afleidingen kunnen vormen, terwijl er ook constant woorden bijkomen voor nieuwe uitvindingen en concepten. Het exacte aantal woorden dat daadwerkelijk in gebruik is, is daarom lastig vast te stellen. In de Dikke Van Dale staan bijvoorbeeld zo’n 275.000 woorden, maar in werkelijkheid zijn het er veel meer. Een woord moet immers al enige tijd bestaan, voordat het in een woordenboek wordt opgenomen.
Een bekend voorbeeld is beurtbalkje (het balkje dat de koopwaar op de kassaband scheidt). Dit woord ontstond in 1996 na een oproep van tijdschrift Onze Taal, waarin lezers suggesties konden insturen. Hoewel het woord al snel in gebruik raakte, werd het pas in 2005 toegevoegd aan de Van Dale.
Daarnaast bevat het woordenboek relatief weinig samengestelde woorden. Zo vind je de woorden ‘wind’ en ‘turbine’ beiden in het woordenboek, en ‘windturbine’ ook. Maar termen als ‘windturbinepark’ ontbreken, en ‘windturbineparkbeheerder’ al helemaal.
Volgens de Taalunie schatten wetenschappers dat er enkele miljoenen Nederlandse woorden in omloop zijn. Hoeveel dat er precies zijn, blijft echter onderwerp van discussie. De Taaldatabank van het Instituut voor de Nederlandse Taal, waarin ook alle vervoegingen van werkwoorden (zoals lopen, loop, loopt, liep, gelopen) zijn opgenomen, telt zelfs meer dan 60 miljoen woorden.
Onbekende woorden
Als er miljoenen Nederlandse woorden bestaan, is het vrijwel onmogelijk dat iemand ze allemaal kent. Veel woorden zijn namelijk zeldzaam en worden alleen gebruikt in specifieke contexten of door bepaalde groepen mensen.
Zo zal een theoloog waarschijnlijk bekend zijn met de term exegese, weet een zeevarende van welke kant een bakstagwind komt en begrijpt een rechter de betekenis van een interlocutoir vonnis. Voor mensen buiten deze beroepsgroepen blijven dergelijke termen vaak onbekend.
Niet alleen hebben beroepsgroepen hun eigen termen, ook bepaalde sociale groepen hebben een eigen woordenschat. Neem het Kinderwoord van het Jaar, een jaarlijkse verkiezing van het NOS Jeugdjournaal. Afgelopen jaar waren woorden als bro, sigma, slay, bruh, glamour, Ohio, rizzler en skibidi kanshebbers, waarbij bruh uiteindelijk won. Misschien heb je een aantal van deze woorden wel eens gehoord, maar ken je ook de precieze betekenis?
Daarnaast raken woorden soms onbekend, doordat ze door de jaren heen uit de mode raken. Wie zegt er tegenwoordig nog palaveren als ze lang vergaderen bedoelen? Of dikwerf in plaats van vaak?
Hoeveel woorden zouden we moeten kennen?
Hoeveel woorden iemand kent, hangt voor een groot deel af van leeftijd. Dit concludeerden onderzoekers Keuleers et al. van de Universiteit van Gent in een grootschalig onderzoek in 2015. Zo herkent een 13-jarige gemiddeld 55% van de woorden, terwijl een 70-plusser bijna 80% herkent. Dat is niet zo vreemd, want hoe ouder je bent, hoe meer woorden je waarschijnlijk al bent tegengekomen.
Opleidingsniveau speelt ook een belangrijke rol in de omvang van de woordenschat. Uit hetzelfde onderzoek bleek dat de grootste toename in vocabulaire plaatsvindt tussen het voortgezet onderwijs en een bacheloropleiding: een stijging van 3,73%, wat neerkomt op ongeveer 2000 woorden.
Meertaligheid bleek een andere factor te zijn. De onderzoekers stelden dat het leren van een andere taal indirect kan bijdragen aan de woordenschat in de moedertaal, vooral als de talen woorden delen die op elkaar lijken.
Vergelijkbare resultaten kwamen naar voren in een Engelstalig onderzoek van Brysbaert et al. (2016). De resultaten van dit onderzoek suggereerden dat de gemiddelde persoon tussen de leeftijden van 20 en 60 ongeveer 6000 extra woorden leert. Dat komt min of meer neer op één nieuw lemma elke twee dagen. De kennis van deze woorden kan echter oppervlakkig zijn, zoals simpelweg weten dat een woord bestaat zonder het volledig te begrijpen.
Hoe kun je het best je woordenschat vergroten?
Het zal geen verrassing zijn dat je je woordenschat het beste vergroot door veel te lezen. Wie bijvoorbeeld een uur per dag leest, kan wel 4 miljoen woorden per jaar opnemen (Cunningham & Stanovich, 1998). Door kranten en tijdschriften te lezen heb je de grootste kans woorden tegen te komen die je waarschijnlijk nog niet kende, die schrijven namelijk vaak over specifieke onderwerpen en gebruiken laagfrequente woorden. Maar ook in jeugdboeken vind je vaak meer laagfrequente woorden dan in een gemiddeld televisieprogramma voor volwassenen.
Het grootste deel van je woordenschat doe je dus eigenlijk ‘per ongeluk’ op. Je leert nieuwe woorden door te lezen, luisteren, praten met anderen, tv-kijken, enzovoorts. Vaak ben je je er niet eens bewust van wanneer je een nieuw woord oppikt.
Juist daarom is het goed om stil te staan bij de rijkdom die de Nederlandse woordenschat te bieden heeft. Misschien is het ook eens leuk om je leerlingen een week lang een lijst bij te laten houden van woorden die voor hen nieuw zijn. Of probeer het zelf eens: stonden er misschien in dit artikel woorden die je nog niet kende ?
Het zal geen verrassing zijn dat je je woordenschat het beste vergroot door veel te lezen. Wie bijvoorbeeld een uur per dag leest, kan wel 4 miljoen woorden per jaar opnemen (Cunningham & Stanovich, 1998). Door kranten en tijdschriften te lezen heb je de grootste kans woorden tegen te komen die je waarschijnlijk nog niet kende, die schrijven namelijk vaak over specifieke onderwerpen en gebruiken laagfrequente woorden. Maar ook in jeugdboeken vind je vaak meer laagfrequente woorden dan in een gemiddeld televisieprogramma voor volwassenen.
Het grootste deel van je woordenschat doe je dus eigenlijk ‘per ongeluk’ op. Je leert nieuwe woorden door te lezen, luisteren, praten met anderen, tv-kijken, enzovoorts. Vaak ben je je er niet eens bewust van wanneer je een nieuw woord oppikt.
Juist daarom is het goed om stil te staan bij de rijkdom die de Nederlandse woordenschat te bieden heeft. Misschien is het ook eens leuk om je leerlingen een week lang een lijst bij te laten houden van woorden die voor hen nieuw zijn. Of probeer het zelf eens: stonden er misschien in dit artikel woorden die je nog niet kende?
Bronnen
Brysbaert, M., Stevens, M., Mandera, P., & Keuleers, E. (2016). How many words do we know? Practical estimates of vocabulary size dependent on word definition, the degree of language input, and the participant’s age. Frontiers in Psychology, 7, 1116. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2016.01116
Cunningham, A., & Stanovich, K. (1998). What reading does for the mind. American Educator, 22, 8-15
Instituut voor de Nederlandse Taal (IVDNT). Instituut voor de Nederlandse Taal. https://ivdnt.org/
Keuleers, E., Stevens, M., Mandera, P., & Brysbaert, M. (2015). Word knowledge in the crowd: Measuring vocabulary size and word prevalence in a massive online experiment. Quarterly Journal of Experimental Psychology, 68(8), 1665-1692. https://doi.org/10.1080/17470218.2015.1022560
Kijk Magazine. (2023, 8 mei). Hoeveel woorden heeft het Nederlands?. https://www.kijkmagazine.nl/kijk-antwoordt/hoeveel-woorden-heeft-het-nederlands/
Stichting Lezen. (2021, 10 februari). Leesmonitor: Waarom groeit de woordenschat door vrij lezen?.
Taalunie. Feiten & cijfers. https://taalunie.org/informatie/24/feiten-cijfers
De noodklok werd onlangs wederom geluid. De leesvaardigheid van onze leerlingen in Nederland daalt steeds verder. Het PISA-onderzoek onder 15-...
Als de nood het hoogst is... De leesvaardigheid van onze leerlingen in Nederland daalt. Het PIRLS-onderzoek onder 10-jarigen uit 2023 laat dit zien...