Ondersteuningsbehoefte
Soms is een beetje extra steun nodig
Aanpassingen
Soms heeft een leerling extra ondersteuning nodig bij het maken van toetsen en de Dia Doorstroomtoets. Voor die leerlingen hebben we aanpassingen en oplossingen beschikbaar gemaakt die hen kunnen helpen. Welke aanpassing geschikt is voor een leerling, hangt af van de individuele situatie.
Verschillende aanpassingen
Voor een aantal situaties hebben we de meest gebruikte aanpassingen, oplossingen en situaties op deze pagina op een rijtje gezet.
Adaptief
Rekenen en Lezen worden in een multistage-vorm met drie fasen getoetst, waarbij de eerste fase voor alle leerlingen gelijk is en de tweede en derde fase adaptief.
Op basis van het aantal juist beantwoorde opgaven gaat de leerling naar een module die wat betreft moeilijkheid het best bij de leerling past.
Leesteksten op papier
De Dia Doorstroomtoets is digitaal, de teksten voor de leestoets hebben de optie om af te drukken.
Markeerfunctie
Met de digitale markeerstift is het mogelijk om teksten te markeren. Hiervoor kunnen leerlingen de markeerstift in vier verschillende kleuren gebruiken. De markeerfunctie helpt bij de focus op delen van de tekst.
Prikkelarme opmaak
De omgeving bevat alleen knoppen, functies en informatie die relevant zijn. Op het scherm is steeds maar één vraag te zien om afleiding te voorkomen.
Flexibele toetsafname
De toetsen kunnen naar inzicht van de leerkracht achter elkaar of in delen worden afgenomen.
Als een leerling een toetsonderdeel in delen maakt, is het belangrijk dat de leerling steeds een heel toetsonderdeel afmaakt voordat de leerling stopt.
Begint de leerling bijvoorbeeld aan het toetsonderdeel rekenen, dan moet dit volledig zijn afgerond voordat de leerling stopt. De leerling kan dan op een later moment - bijvoorbeeld na een korte pauze - met de andere toetsonderdelen verder gaan.
Visuele beperkingen
Er zijn visuele beperkingen die om aanpassing vragen. Voor die leerlingen hebben we de volgende aanpassingen:
- Vragen en antwoorden kunnen groter gemaakt worden met de zoomfunctie. Dit werkt met een intuïtieve schuifbalk;
- een leerling kan extra tijd krijgen;
- de toetsomgeving is geschikt voor de meeste vormen van kleurenblindenheid;
- toetsen kunnen niet in braille worden aangeboden.
Dyslexie
Voor onze toetsen is een voorleesfunctie beschikbaar. Hiervoor maken we gebruik van ReadSpeaker, een tekst naar spraaktool met natuurlijke stemmen van hoge kwaliteit. Het is daarbij belangrijk dat een leerling bij de toetsafname over een koptelefoon beschikt.
Meer informatie over de voorleesfunctie vind je in de Groeiwijzer bij Hulp -Diatoets -Voorleesfunctie Diatoets.
Andere ondersteuningsopties zijn:
- toetsonderdelen kunnen groter gemaakt worden met de zoomfunctie. Dit werkt met een intuïtieve schuifbalk;
- een leerling kan extra tijd krijgen;
- het is mogelijk om een toeets in onderdelen te maken;
- teksten van het onderdeel lezen kunnen worden geprint;
- de lettertypes die wij gebruiken voldoen aan de aanbevelingen van het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie (NKD).
Dyscalculie
Voor leerlingen met dyscalculie hebben we de volgende aanpassingen:
- Een leerling kan extra tijd krijgen;
- een of meerdere toetsonderdelen kunnen in meerdere delen worden afgenomen;
- bij het toetsonderdeel rekenen kunnen leerlingen uitrekenpapier gebruiken;
- het gebruik van een rekenmachine is niet toegestaan, net als tafelkaarten of andere ondersteunende middelen.
Taalontwikkelingsstoornissen
Voor leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis zijn de volgende aanpassingen beschikbaar:
- Voorleesfunctie met gebruik van ReadSpeaker, een tekst naar spraaktool met natuurlijke stemmen van hoge kwaliteit. Het is wel belangrijk dat een leerling bij de toetsafname over een koptelefoon beschikt. Meer informatie over de voorleesfunctie vind je in Dia Groeiwijzer bij Hulp - Diatoets - Voorleesfunctie Diatoets;
- een leerling kan extra tijd krijgen.
Auditieve beperkingen
Vrijwel alle toetsonderdelen zijn geschikt voor leerlingen met een auditieve beperking.
De enige uitzondering is het dictee in het onderdeel taalverzorging. Hier wordt een beroep gedaan op het gehoor van een leerling. Het is verstandig om slechthorende leerlingen in een aparte ruimte te toetsen, zodat ze geen last hebben van andere geluiden. Eigen versterkingsapparatuur kan ook helpen. Controleer voorafgaand aan de afname of het geluid goed staat.
Dove leerlingen kunnen meedoen met dit onderdeel als de leerkracht het dictee in gebarentaal dicteert.
Toegestane hulpmiddelen
- De hele opgave in NmG aanbieden;
- een (doel)woord onbeperkt herhalen;
- ondersteunende gebaren gebruiken; - sandwiching - waarbij het gebaar wordt ingezet om aan leerlingen te verduidelijken om welk doelwoord het gaat. Bijvoorbeeld: ‘zeg /kast/, gebaar KAST, zeg /kast/’of ‘zeg /kast/ en maak tegelijkertijd het gebaar KAST’;
- de leerlingen het doelwoord laten naspreken om te controleren of ze het woord goed hebben begrepen.
Niet-toegestane hulpmiddelen
- Vingerspelling gebruiken;
- woorden en klanken met nadruk uitspreken - bijvoorbeeld lange klanken langer aanhouden;
- het aantal letters waaruit een woord bestaat aangeven;
- hulpmiddelen zoals spellingkaarten gebruiken